Anna was bij geboorte een gezond kind en wij waren gelukkig. Vanwege een borstontsteking lukte het alleen de eerste paar dagen om borstvoeding te geven. Maar ik was goed op de hoogte en omdat ik zelf allergisch ben, gingen we over op een hypoallergene zuigelingenvoeding om het risico te beperken dat Anna een allergie zou ontwikkelen.

Anna groeide goed maar ze kreeg wel een zeer droge en gevoelige huid. Bij vijf maanden werd ze verkouden en ontwikkelde ademhalingsproblemen. Ze piepte en hoestte vooral na de voeding. We hebben eerst afgewacht, maar zelfs na twee weken werd het niet beter. Het was soms zo erg dat ze nauwelijks kon ademen en we echt bang waren. Ze had ook verschillende ontstekingen van het middenoor.

Wij gingen met haar naar onze huisarts, maar naar zijn mening gebeurde dit veel op die leeftijd en schreef neusdruppels voor. Dit hielp niet, sterker nog, het werd alleen maar erger. We zijn zelfs op een zondag naar een kinderkliniek gereden, omdat ze heel erg moeilijk adem haalde. Daar was een kinderarts die zei dat Anna misschien wel koemelkallergie had. Wij waren sceptisch – zou de hypoallergene zuigelingenvoeding dergelijke ernstige ademhalingsproblemen kunnen veroorzaken?

Hij adviseerde een dieetvoeding op basis van aminozuren, die we meteen bij de apotheek ophaalden. Anna was een ander kind. Onze eigen kinderarts deed vervolgens een paar tests en de diagnose koemelkallergie werd bevestigd. Hij was heel verbaasd; hij was zelf nooit op de gedachte gekomen dat deze symptomen te maken hadden met koemelkallergie.